Ik mag dan wel Toots persoonlijk goed gekend hebben, ik wil niet gezegd hebben dat ik “een vriend” van Toots was. De afstand is er altijd gebleven. Er was te veel schroom om familiair te zijn met hem, te veel respect ook. Ik zou het nooit gedurfd hebben om te zeggen dat ik een vriend was. Wat zou ik ook kunnen betekenen in zijn universum? Ik vond het al heel fijn dat hij vriendschappelijk met mij omging. Mijn waardering en bewondering voor hem waren veel te groot.

Toen zijn toenmalige manager, Dirk Godts, mij ooit vroeg “Wat heb jij met Toots gedaan ? Want hij heeft ‘een boontje’ voor jou”, antwoordde ik : “Ik denk dat het is omdat ik juist niets speciaals heb gedaan, dat het zou kunnen zijn omdat ik er niet constant achter loop, om ook een beetje te ‘genieten’ van de spotlights die op hem gericht zijn”.

Ik zag wel aan zijn manier van met mij om te gaan dat we een beetje op dezelfde golflengte moesten zitten betreffende onze relatie “met de muziek en met de mensen”.
Wederzijds respect, denk ik … dat is toch schoon ?

Toen ik hem in 1986 vroeg om op te treden op de tiende uitgave van Brosella Folk & Jazz wou hij wel eerst weten wat voor soort festival het was, welke motivatie er achter de organisatie zat. Hij woonde toen nog maar pas in Grimbergen. Hij had nog geen Belgische manager. Het contact gebeurde nog rechtstreeks, zonder “filter”. Hij nodigde me bij hem thuis uit in het kleine boerderijtje in de Potaarde achter het gebouw van Douwe Egberts, waar het regelmatig naar vers gemalen koffie rook.
Ik voelde me heel klein, beduusd en verlegen: “zie mij hier, bij Meneer Toots Thielemans thuis” … maar hij stelde me onmiddellijk op mijn gemak. Ik herinner me nog dat ik een compliment maakte op zijn keuken. Zijn reactie was zo verrassend, zo gewoon … Ik kreeg spontaan een kleine rondleiding in het huisje van Toots en Huguette. En dan; “Kom we gaan in ‘den hof’ zitten. Huguetje zal ons ne Grimbergen met een beetje kaas brengen. Ik zal eerst eens een ‘airke speile, vè de koeikes van de voisin’ en dan gaan we nekeer klappe”.

Na een zeer aangename kennismaking, met Grimbergen Dubbel en Grimbergen kaas, en een uitgebreide babbel over het DNA van Brosella, vroeg ik hem of het de peter wou zijn van het festival. “Oei, dat hebben ze mij nog nooit gevraagd” zei hij, maar ging daarna onmiddellijk akkoord.

Ik was wel een beetje laat om dat optreden nog in 1986 mogelijk te maken. We planden het dus onmiddellijk voor 1987.
De afspraak was dat hij met zijn Amerikaanse band op het festival zou optreden: met Fred Hersch aan de piano, Marc Johnson aan de kontrabas en Joey Baron aan de drums. Toots had een soort van overeenkomst met de Verenigde Staten, dat hij in Europa met zijn American Band zou touren en dat hij dan met zijn Belgische band in de States op tournee zou gaan.
Maar maanden later, bleek dat die overeenkomst, om een of andere reden, niet kon doorgaan.
Toots vroeg me dan, met zijn legendarische vriendelijkheid en zijn typische Brusselse humor, of ik het ook goed vond als hij met Philp Catherine zou komen optreden. En zo geschiedde.
Ik heb pas jaren later vernomen dat Toots persoonlijk naar Philip gebeld had om dit te regelen en dat Catherine een toernee had ingekort om deze combinatie mogelijk te maken: Toots Thielemans op zijn harmonica; Philip Catherine op gitaar; Bruno Castellucci aan de drums; Michel Herr aan de piano en Michel Hatzigeorgiou aan de bas.

In 1991 kwam “Onze Peiter” Toots met het trio Henk van den Brink (piano), Hein van de Geyn (contrabas) en André Ceccarelli (drums) naar de 20ste (en zeer feestelijke) uitgave van Brosella Folk & Jazz.
De jazzdag van het festival startte met de Carla Bley Big Band (Carla Bley : piano; Karen Mantler: hammond organ; Steve Swallow: bass; Dennis Mackrel: drums; Trumpets: Lew Soloff, Guy Barker, Claude Deppa, Steve Waterman; Trombones: Gary Valente, Pete Beachill, Chris Dean, Richard Henry; Saxes: Andy Sheppard, Wolfgang Puschnig, Jerry Underwood, Julian Arguelles, Roger Jannotta.) gevolgd door Nathalie Lorier Trio & Guest (Nathalie Loriers: piano; Sal La Rocca: double bass; Hans Van Oosterhout: drums & David Lynx: vocals). Daarna volgde een merkwaardige ontdekking voor ons trouwe publiek: jazz op een draaiorgel !!! met het Quartet Michtel Godard & Pierre Charial (Michel Godard: tuba; Sylvie Courvoisier: piano; Tony Overwater: double bass; Mark Nauseed: drums; Pierre Charial: barrel organ). Bruno Castellucci bracht een “marriage parfait” van jazz en klassiek, met zijn Castellucci Stringtet (Gudrun Vercampt: violin; Françoise Vervoort: violin; Erwin Foubert: alto; Michel Boulanger: cello; Erwin Vann: sax; Michel Herr: piano; Sal La Rocca: double bass; Bruno Castellucci: drums). Daarna was het de beurt aan nog een groot(s) orkest van bij ons: Octurn (Jeroen Van Herzeele: tenor & soprano sax; Bart Defoort: tenor & soprano sax; Ben Sluys: alto sax & flute; Bo Van der Werf: baritone sax; Laurent Blondiau: trumpet, flugelhorn; Ilja Reingoud: trombone; Jesse Van Ruller: guitar; Ron Van Rossum: piano; Nicolas Thys: acoustic bass; Stéphane Galland: drums) en dan pas kwamen Toots Thielemans & Friends.
Iedereen dacht dat dit het eindconcert was. Heel weinig mensen hadden erop gelet dat er op de affiche ook nog een APOCALYPS vermeld was. En diegenen die het wèl hadden gezien vroegen zich dan af wat dat betekende.
Het antwoord kwam nadat Toots en zijn Friends, na hun derde bisnummer, afscheid namen …
er barstte een vuurwerk los …………………..

wordt vervolgd …

There are currently no comments.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.